Van twee vikingen

Dit boek is een vervolg op het boek ‘Van twee ridders’ dat bekroond werd met de Zilveren Penseel. In ‘Van twee Vikingen’ ontmoeten we opnieuw de tweeling Luuk en Lars. Hun vader vertelt hen deze keer verhalen over de Vikingen. We leren de goden Wodan en Donar kennen, Freya - godin van zomer en bloei - en Freyadag (al zeggen wij vrijdag), ... De Vikingverhalen worden afgewisseld met verhalen over Luuk en Lars. Vroeger speelde de tweeling het liefst riddertje maar nu nog liever Viking. Ze knutselen een drakenkop en zetten die op de sloep die achteraan in hun tuin aan een paaltje vasthangt. Op een dag willen ze echt op reis en maken ze de sloep los. Maar dan raken ze de riemen kwijt en drijft de sloep weg. De reis is al snel niet leuk meer en ook te eng. Gelukkig komt papa de jongens zoeken en trekt hij de sloep terug aan de kant. Voortaan mogen Luuk en Lars Viking spelen in een houten koffer in de schuur …

Het verhaal van de tweeling is geschikt voor een jong publiek. Ook de gekleurde prenten bij dit verhaal kunnen hen zeker boeien. De Vikingverhalen zijn moeilijker te vatten voor deze doelgroep. De vele dieperliggende betekenissen van deze eeuwenoude verhalen maken ze meer geschikt voor oudere kinderen. Het vraagt doorzettingsvermogen om de verhalen helemaal te lezen. Er is veel tekst en de plotwendingen zijn niet makkelijk te volgen. De grote sterkte van dit boek ligt in de  illustraties van Harrie Geelen. De illustraties bij de Vikingverhalen lijken etsen of houtsnijwerk en passen erg goed bij de Vikingen en hun boten.