Dit is een fotoboek vol ogen. Op de titelbladzijde staren uilenogen je aan. Elke bladzijde heeft een flapje met daarop de foto van een dierenoog. Draai je het flapje om, dan zie je het dier in kwestie. Je krijgt informatie over de manier waarop het dier ziet en tevens een gebruiksaanwijzing om met het dier om te gaan.
In dit boek staan mooie foto's van het paard, de zeeschildpad, de huisjesslak, de kat, de gorilla, de papegaai, de libel, de inktvis, de leeuw, de wolf, de kameleon, de neushoorn, de haai, de rode koraalvis, de uil, de calligovlinder. Een interessant weetje van deze laatste is dat hij nepogen op zijn vleugels heeft om eventuele aanvallers af te schrikken. En alsof al die ogen nog niet genoeg zijn, besluit het boek met een dubbele bladzijde waarop acht luikjes met ogen van dieren waarvan alleen de naam vermeld wordt zoals de toekan, de garnaal ...
De keuze van de dieren is arbitrair en zonder samenhang. Sommige dieren staan heel dicht bij de ervaringswereld van de kinderen, andere zijn vreemd of exotisch. Maar het boek is wel interessant voor de vele kinderen die gefascineerd zijn door de dierenwereld.