Fay gelooft dat er in de bult op haar rug vleugels zitten. Niemand gelooft haar natuurlijk, behalve Jozefien, die zorgt voor Fay en haar papa. Op een dag gaan ze voor de zoveelste keer verhuizen en moet Fay naar een nieuwe school. Daar ontmoet ze Roderick. Hij gelooft onmiddellijk het verhaal van de vleugels en wil haar helpen bij het leren vliegen. Tijdens het vliegen hoort ze hulpgeroep. Dat moet zeker van de dieren komen, want alleen zij kan het horen. Samen met Roderick gaat ze op zoek naar wie hulp nodig heeft.
Fay gelooft zo erg in haar vleugels dat je vanaf het begin van het boek meegaat in haar fantasie. Als de vleugels dan toch tevoorschijn komen, geraakt het verhaal in een andere versnelling. Het is een fantasierijk boek dat niet te veel moeite kost om te lezen maar toch voldoende uitdagend is voor kinderen die het leren lezen net onder de knie hebben.
Tip: probeer eens of je je elleboog kan kussen. Zo ja, dan heb je een speciale gave ...