Verkocht

Yaqub wordt door zijn ouders verkocht aan Asnar, die hen gouden bergen belooft. Zijn zusje Noor heeft immers een ongeluk gehad, en met het geld van Asnar kunnen ze misschien een operatie betalen. Maar Asnar heeft er niet bijverteld dat Yaqub vanuit Pakistan naar Dubai gebracht zal worden, om als kind-jockey kamelenraces te rijden in de woestijn, tot meerdere eer en glorie van steenrijke sjeiks. En geld zullen zijn ouders ook niet meer zien. Yaqubs nieuwe bestaan is bikkelhard: samen met een aantal andere kinderen leeft hij als een gevangene in een kamp. Elke dag moeten ze urenlang trainen in de hitte, zonder voldoende eten en drinken; jockeys moeten immers zo licht mogelijk zijn. En ’s nachts moeten ze proberen te slapen in ijskoude containers. Kinderen komen en gaan. Wie niet gehoorzaamt of probeert te vluchten wordt streng gestraft. En op een kind meer of minder wordt niet gekeken. Asnar kent geen enkele vorm van mededogen, zelfs niet voor zijn eigen zoon. Op een zeer aangrijpende manier vertelt Hans Hagen over het leven van de kind-jockeys: de mensenhandel, de honger, de ellende, de uitzichtloosheid, ... Hagen ‘beeldhouwt’ de ellende in woorden. Hij weet het zo te brengen dat je a.h.w. door de ogen van Yaqub het verhaal meebeleeft. Hagen laat je meekijken in het leven van alledag, hoe vreselijk ook. De personages zijn echt, mensen van vlees en bloed en daardoor hebben zijn verhalen net alijd dat tikkeltje meer. De taal waarin hij dit doet, is steeds aangepast aan de leeftijd van de doelgroep, met aandacht voor een eenvoudige, maar doordachte bladspiegel. Zoals altijd sluiten de zwierige en sfeervolle illustraties van Philip Hopman naadloos bij het verhaal aan.