Vermoorde onschuld
Leo Brijs is geslaagd in zijn leven: een mooie vrouw, twee kinderen, een villa, een eigen bedrijf, … De laatste tijd drinkt hij echter te veel. En het gebeurt meer dan eens dat hij dronken in de auto stapt en wegrijdt. En het kon niet uitblijven: als hij na een rijkelijk met alcohol overgoten etentje Nancy, de babysit, naar huis brengt, rijdt hij iemand aan. Hij dumpt het slachtoffer in de berm en pleegt vluchtmisdrijf. Thuis overtuigt hij Hilde ervan zijn kant te kiezen en te zeggen dat zij reed. Zij gaat erin mee, totdat blijkt dat het slachtoffer Nancy’s vader is, Brijs’ steun en toeverlaat in het bedrijf en bovendien ook zijn beste vriend. Brijs toont geen enkele vorm van schuldbesef en probeert de zaken zo te manipuleren dat hij vrijuit gaat. Maar of dat ook zal lukken is maar de vraag. Net zoals de meeste van Mendes’ volwassenenthrillers, vertrekt ook dit boek vanuit mogelijk waargebeurde feiten, die dan door de auteur in een andere context geplaatst worden. In dit boek heeft Mendes de zaken echter iets te veel vereenvoudigd. De personages kennen geen enkele uitdieping: Brijs is een arrogante, egoïstische klootzak, Hilde een braaf tuttemieke, zij het met verborgen krachten, Nancy een op seks en drugs beluste tiener, de korpschef van de plaatselijke politie vergelijkt zijn werk voortdurend met filmplots, …. Het verhaal kent enkel feiten, er is geen enkele vorm van reflectie of psychologische duiding. Het verloop ervan is bovendien vrij voorspelbaar en daardoor niet erg spannend. De ontknoping, waarin Brijs een koekje van eigen deeg krijgt, maakt wel wat goed, maar is ook weer te vlak en erg snel afgehaspeld. Bob Mendes maakt met dit boek zijn reputatie als begenadigd schrijver van factionthrillers niet echt waar.