Vleugels boven de Regte Hei
Herman is negen. Het is oorlog. Wereldoorlog II. Herman houdt enorm van vliegen, maar om zelf te vliegen moet je achttien zijn. Herman richt daarom samen met zijn oudere broer Theo, zijn beste vriend André, diens oudere broer Guus en buurjongen Tom een clubje op. Tom weet veel over vliegtuigen, en over hoe je zelf zweefvliegtuigen kan bouwen. Om hun eerste zweefvliegtuig te kunnen bouwen, dat elf gulden kost, klussen ze allen bij. En dan is het zover: ze testen hun eerste vliegtuig op de Regte Hei, een groot heideveld in de buurt. Wanneer er een bommenwerper overvliegt, is iedereen bang en gaat liggen, alleen Tom blijft rustig overeind. Iedereen vindt het wel een beetje vreemd dat Tom weet dat de hei een oefenterrein is voor de Duitsers. Later ontdekt Herman dat Toms vader een Duitse piloot was. En dan is de Mentor klaar, een groot vliegtuig. Ze hangen er een kaartje aan met de naam van hun club en hun adres. Bij het vliegen raken ze hem echter kwijt en ze moeten naar huis want het is spertijd. Later wordt de mentor teruggevonden. Herman en Tom gaan hem ophalen. Alles is weer in orde, Tom is immers hun vriend. Het is een mooi verhaal met veel vaart verteld. Het boek bevat speciale prenten die ik persoonlijk minder aantrekkelijk vind. Het is geschreven in samenwerking met de stichting Kinderen Lezen Techniek. Dit is terug te vinden in de uitleg ove modelvliegtuigjes en begrippen zoals thermiek, de haak en de ring die duidelijk worden uitgelegd. Achteraan verklaart de auteur hoe dit boek tot stand kwam, wat ons nieuwsgierig maakt. Het feit dat het oorlog is, komt geregeld terug door begrippen zoals spertijd, het feit dat de jongens al lang geen chocola meer gegeten hebben, de bommenwerpers,... Een vlot geschreven boek voor jongeren die houden van techniek.