Vos en Haas op zoek naar koek
De immer hongerige Vos, gekend uit eerder verschenen delen, heeft alweer trek. Maar er is geen koek in huis. Er is wel een schaal met noten, er zijn appels in een mand en op de tafel liggen kaas, vlees, groenten en fruit overzichtelijk uitgestald. Maar dat is niet waar vos zin in heeft. Ook buiten, waar Haas wortelen, prei en tomaten teelt, is geen koek te bespeuren. Bij Uil is er al evenmin iets te vinden. Dus gaat Vos de deur uit. Op zoek naar koek. Hij dwaalt door het bos, zoekt achter elke boom en struik. Maar hij vindt alleen maar bessen en die zijn zuur. Dus keert hij weer naar huis, erg teleurgesteld, … Tot hij de geur van iets lekkers opsnuift. Hij ruikt niet alleen koek maar ook taart en cake en pannenkoeken, wafels en gebak. Als verassing hebben Uil en Haas al de tijd dat Vos in het bos op zoek was, gebakken. Ze hebben alles gebakken wat er in het kookboek stond. Zoals in de eerder verschenen delen, worden ook hier beeld en taal op een speelse wijze met elkaar verbonden. De woorden en zinnen schetsen ondanks hun eenvoud een verhaal waarin niet alleen veel woordenschat maar ook gevoel voor taal aanwezig is. Ze ondersteunen de illustraties, die telkens een dubbele pagina bestrijken. De kijkplaten richten zich eerder tot wie nog niet zelfstandig leest. Ze nodigen uit tot kijken, ontdekken, benoemen en associëren. Op die manier biedt deze extra grote uitgave met stevige gekartonneerde bladen een voorsmaakje van het plezier dat beginnende lezers te wachten staat.