Vriendjes
Vosje is verdrietig omdat zijn vrienden Beer en Eekhoorn niet meer met hem in smalle holen willen kruipen of op muizenjacht gaan. Maar wanneer Vosje probeert honing en nootjes in de hoge boom te pakken te krijgen, blijkt dat zijn vrienden hem graag helpen en daar bovendien veel beter in zijn. Vosje beseft nu dat zijn mama gelijk had, dat het fijn is om allemaal verschillend te zijn.
Niets mis met de boodschap dat we allemaal verschillend zijn en dat ieder van ons zijn kwaliteiten heeft. Daar begrip voor vragen en aantonen dat het verrijkend is, is zonder meer waardevol. Maar in dit prentenboek krijg je dit alles wel heel expliciet voorgeschoteld, op een belerende manier: “Vosje glundert. ‘Toch wel! Beer en Eekhoorn hebben mij geholpen. Mijn vrienden, die zo anders zijn dan ik ben …’”
Het grapje waarmee het boek eindigt is vrij flauw, in lijn met de hele tekst. De illustraties kunnen mogelijk liefhebbers van lief en braaf bekoren, maar missen echte dynamiek en expressie.