Dit is een fantastisch zoek- en ontdekboek over een zoektocht van Joris en zijn opa. Met een zelfgemaakt vliegtuig vertekken ze op reis naar een ver afgelegen kasteel waar – volgens geruchten – nog ridders zouden leven. De vliegmachine doet mij denken aan een ontwerp van Panamarenko en Joris heeft het gevoel dat het toestel op elk moment kan beginnen sputteren en neerstorten. Ze ontdekken het kasteel en gaan er op verkenning. Joris merkt voortdurend tekens van aanwezigheid van ridders, maar opa negeert en minimaliseert alle signalen. Alhoewel er zich voortdurend ridders in hun buurt bewegen, vertrekken ze terug naar huis zonder harde bewijzen.
Bij het voorlezen aan kinderen gaat hun aandacht eerder uit naar het zoeken van de meer dan honderd ridders dan naar het verhaal, dat op zich toch niet zo boeiend is. De kinderen zullen zich moeiteloos kunnen identificeren met de kleine Joris die zoveel slimmer en opmerkzamer is dan zijn opa.
De prachtige tekeningen zijn gedrukt op glanzend papier met hier en daar een accent via extra vernis en 3D-effecten via emboss. Het lijken wel afbeeldingen voor een tekenfilm. Alle prenten beslaan een dubbele bladzijde.