Waar ik woon, is het oorlog

Verhalen over kinderen in oorlogsgebieden

Dit boek kadert in een actie voor 'War Child' dat in oktober 2010 vijftien jaar bestond. De organisatie tracht het leed in oorlogsgebieden te verlichten d.m.v. ondere andere muziekworkshops. Daaruit heeft zich een integraal programma ontwikkeld waarbij kinderen psychologische hulp, onderwijs en bescherming krijgen. "War Child probeert de oorlog uit de kinderen te halen, zodat ze later volwassenen worden die lief en zacht en gelukkig kunnen zijn." De opbrengst van dit boek gaat naar de organisatie.
In het boek lees je de verhalen van zes kinderen uit evenveel verschillende landen. Elk verhaal begint met de situering van het land op de wereldkaart en met een bladzijde uit wat een vriendenboek zou kunnen zijn en waarop het betrokken kind zich voorstelt. Na elk verhaal staat een bladzijde waarin kinderen van bij ons een vraag beantwoorden. Dan volgt informatie over wat War Child voor deze kinderen doet.
Eerst is er Aimé uit de Democratische Republiek Congo. Hij vertelt hoe kindsoldaten ontvoerd worden uit de dorpen en hoe de soldaten hele dorpen vernietigen en elk normaal leven onmogelijk maken. Bij elk verhaal staan foto's. De vraag na het relaas van Aimé luidt: 'Hoe zou je je voelen als je in oorlog leefde?'
Het tweede verhaal gaat over Flora uit Columbia. Het is een land waar al meer dan 45 jaar oorlog heerst. Gewapende groepen vechten met de regering om de macht over de olievelden en de drugshandel. Veel kinderen krijgen onvoldoende onderwijs en leven in grote armoede. Ook hier worden ze aangemaand en vaak gedwongen om zich aan te sluiten bij de gewapende bendes. De slotvraag: 'Hoe kun je je angst vergeten?'
In het derde verhaal is Razan aan het woord. Hij woont in de Palestijnse gebieden en beschrijft hoe weinig bewegingsruimte de Israeli's hen gunnen en hoe onverzettelijkheid elk vredesinitiatief onmogelijk maakt. Vraag: 'Wie zijn je vijanden? Hoe doe je tegen je vijanden?'
Het vierde verhaal gaat over Milijan. Hij woont als vluchtelingenkind in Nederland. Hij komt uit Servië. De problemen die hun ouders hebben met hun verleden en de onzekerheid over hun toekomst wegen ook op de kinderen. Vraag: 'Geloof je in geesten? Wat kun je er tegen doen?'
Bashir woont in Afganistan, een land waar het al dertig jaar oorlog is. Kinderen worden dagelijks geconfronteerd met geweld. Regelmatig schoollopen is onmogelijk en de armoede is enorm; kinderen moeten vaak mee werken. Vraag: 'Mogen kinderen werken? Mogen dieren werken?'
Tenslotte is er Eunice uit Oeganda. Ze heeft drie jaar in een vluchtelingenkamp gewoond, sinds kort woont ze weer in haar dorp. De oorlog eindigde eind 2005. In Oeganda zijn er naar schatting 20 000 kinderen ontvoerd en als kindsoldaat ingezet. Zij hebben vreselijke dingen gezien en moesten ook vreselijke dingen doen. Het is heel moeilijk voor hen om weer aan het normale leven te wennen. De vraag luidt: 'Zijn kindsoldaten slecht?' 
Het zijn interessante inleefverhalen die zeker nuttig kunnen zijn bij bepaalde projecten op school. Alleen ligt de boodschap en het accent iets te nadrukkelijk op de organisatie War Child. De vragen worden beantwoord door enkele kinderen en zijn interessant om een gesprek op gang te brengen.