Waar is Rintje?

Dit is het vierde boek over de foxterriër Rintje. In dit avontuur gaat Rintje met zijn mama en zijn vriendjes Henriëtte en Tobias naar een groot warenhuis in de stad. Mama spreekt met de drie kleine hondjes af dat ze goed bij haar moeten blijven. Maar ze zijn nog maar net binnen of Rintje volgt zijn neus: een boodschappentas met worst en een bot. Zo belandt Rintje op de huishoudafdeling waar net een demonstratie met het koekbotjesapparaat gegeven wordt. Rintje wil ook wel zo’n apparaat! Wanneer hij zich omdraait om dit tegen zijn mama te zeggen ziet hij de anderen niet. Hij vangt een gesprekje op tussen twee honden van de bewaking. Ze hebben het over loslopende hondjes die ze zullen vangen en naar het asiel brengen. Rintje slaat in paniek! Hij kruipt in de luchtkoker en belandt in het magazijn. Intussen staat mama te huilen op de afdeling Vermiste Honden en lanceert een oproep die heel het warenhuis in rep en roer zet. Iedereen zoekt Rintje. Rintje is in het magazijn in een doos gekropen en die wordt door het warenhuis gereden. Rintje is doodsbang voor de bewakers en verstopt zich tussen de meubels, de knuffelbeesten en tussen de lampen… Maar een bewegende lamp met harige pootjes? Rintje wordt gevonden en liefdevol in de armen van zijn mama gesloten. Elkaar uit het oog verliezen op een drukke plek zoals dit warenhuis is, denk ik, de levende nachtmerrie van elke moeder, maar waarschijnlijk ook van elke kleuter. Daar speelt dit boekje leuk op in: Rintje is nieuwsgierig naar alles in het warenhuis en verliest daardoor zijn moeder uit het oog. Hij vangt een gesprekje op tussen de bewakers en interpreteert dit verkeerd waardoor alles nog meer uit de hand dreigt te lopen. Rintjes verdwijning is inmiddels ook bij zijn moeder opgevallen en zij staat over haar toeren te huilen op de afdeling ‘vermiste honden’, waar onmiddellijk een oproep wordt gedaan. Zowat het hele warenhuis staat in rep en roer om Rintje terug te vinden maar Rintje zelf is vooral bekommerd om de bewakers en wil onvindbaar blijven. Hier wordt de lezer uitgenodigd om mee op zoek te gaan naar Rintje, die zich verstopt tussen meubels, lampen, modepoppen en knuffels. Het zoekwerk is echter snel verricht want er staat telkens een spotlicht getekend die Rintje belicht. Het boek bevat paginagrote tekeningen met de tekst er telkens onder. De tekst zelf laat zich vlot voorlezen. In de tekeningen zitten allerlei leuke hondendetails verwerkt, lekkere botjes om af te kluiven, als wijzers in de klok, als luchter of als handtas. De gebruikte kleuren zijn soms nogal flets en er is telkens één pasteltint die het gehele plaatje domineert.