Waarom de wereld niet eerlijk is
Om te verklaren waarom de wereld niet eerlijk is, gaat Harari zo’n tienduizend jaar terug in de tijd naar de jager-verzamelaars. Die spelen nog niet de baas over de andere dieren, zelfs niet over de planten. Oorlogen, epidemieën of hongersnood zijn zeldzaam. Harari legt uit hoe sommigen van hen sedentair worden en hoe daardoor de kijk van de mens op de wereld en zijn eigen plaats daarin verandert. Mensen gaan voor het eerst in de geschiedenis andere levende wezens beheersen en dat heeft gigantisch grote gevolgen. Dorpelingen beginnen hun bezit te verdedigen en dus oorlogen te voeren, ze worden geconfronteerd met plagen en ziekten, en ze beginnen goden te aanroepen om hen daartegen te beschermen. Dorpen groeien uit tot koninkrijken, mensen gaan elkaar overheersen, de kloof tussen enerzijds slaven of onaanraakbaren en anderzijds priesters, meesters, farao’s wordt steeds groter. Met het schrift ontstaan belastingen, regels, ambtenarij, scholen. Maar ook daarvoor al groeit macht en ongelijkheid uit verhalen.
Dit tweede deel van Het mysterie van de mens volgt op Hoe wij het machtigste dier op aarde werden, maar kan perfect los daarvan gelezen worden. Dit boek lezen moet je echt doen. En het vooral ook te lezen geven aan alle twaalfjarigen die je kent, aan de hele klas, aan de hele school, aan iedereen eigenlijk. Want dit boek schudt je wakker en verandert mogelijk je kijk op de mens. De kans bestaat dat je een lichte afkeer krijgt van de diersoort 'mens', veganistisch wordt of je afvraagt hoe het de wereld zou zijn vergaan als we allemaal jager-verzamelaars waren gebleven. Want oorspronkelijk vertelden mensen niets of niemand hoe ze moesten leven. Tot ze als enige diersoort anderen gingen overheersen. Daardoor ging de mens zelfs hun evolutie bepalen. Zo maakt de mens boerderijdieren de meest voorkomende op de wereld. De wildste dieren worden geslacht, de tamme produceren een tam nageslacht, en zo evolueert een soort tot boerderijdier. Boeren laten dieren alleen doorleven als ze nuttig zijn voor mensen. En waar mensen miljoenen jaren lang geen melk van andere dieren dronken, maakt melkproductie vandaag dat koeien haast onafgebroken zwanger zijn en worden kalfjes kort na de geboorte van hun moeder gescheiden worden.
Het aanzetten tot kritisch denken is doorweven in het hele boek, soms zelfs expliciet geformuleerd: “Het komt erop neer dat je nooit alles moet geloven wat je in een tekst leest of op een afbeelding ziet, als je de waarheid wil weten. Voor een eerlijker beeld kun je beter aan de skeletten vragen hoe het echt zit, want die liegen nooit.” Dat stelt hij wanneer hij zijn verhaal staaft met archeologische bevindingen: er zijn meer sporen van dood door geweld te vinden op skeletten van landbouwers dan van verzamelaars. De skeletten van jager-verzamelaars zijn ook groter door meer gevarieerde voeding. Soms interpelleert de auteur de lezer ook rechtstreeks: “Zou jij de regels veranderen?”.
Alles leest als een trein, dankzij de bijzonder vlotte taal, en ongetwijfeld ook de uitstekende vertaling van Inge Pieters die ook Harari’s werk voor volwassenen vertaalde. Het lijkt alsof je naar iemand luistert die je een verhaal vertelt. Dat maakt het enigszins lang, maar wel meeslepend en helder. Ingewikkelde begrippen als 'uitgestelde behoeftebevrediging' zijn duidelijk uitgelegd. Gefantaseerde dialogen tussen kinderen en jongeren, zoals ze geweest zouden kunnen zijn, maakt het extra levendig.
Een must read, of had ik dat al gezegd?