Waarom leef ik?

In dit derde boekje uit de reeks ‘FilosoSofie voor kids’ vind je opnieuw zes vragen om "te jongleren met ideeën en verder te kijken dan je neus lang is". De auteur blijft Oscar Brenifier, de illustrator is nieuw: Jérôme Ruillier. Dat telkens een andere illustrator de lay-out en de tekeningen verzorgt, maakt deze boekjes extra aantrekkelijk. Ik vond de oorspronkelijke titel: 'La vie, c'est quoi?' geschikter dan de Nederlandse. Het begint met de vraag: Hoe kun je gelukkig zijn? De conclusie is wijs: "Bestaan er niet evenveel soorten van geluk als er mensen zijn?" Dan gaat het over ambitie onder de hoofding: 'Word je later kampioen?" Interessant vond ik o.a. deze vragen: "Kan iedereen kampioen worden? Wat gebeurt er met een kampioen als hij niet meer op tv komt?" In ‘Waarom is het leven hard?’ gaat het over ongeluk. Tot ongeluk behoren: Sterk en zwak, rijk en arm, eenzaamheid, oorlog, onbegrip. Hier vind je vragen als: "Hebben de regeringen de plicht en de macht om iedereen voedsel te geven? Is oorlog soms niet noodzakelijk?" Hier zou ik ‘niet’ weglaten. Dan volgt de vraag: "Waarom bestaat de mens?"; "Omdat God het gewild heeft", wordt genuanceerd door "en hoe zit het dan met de mensen die niet in God geloven?" Op de aloude vraag: "Waarom leven wij?" volgt de opmerking: "Om te werken, MAAR leven we om te werken of werken we om te leven? En wat als je geen werk hebt?" Het boekje eindigt zoals alles wat leeft, met de dood. De vraag luidt hier: "Waarom gaan we dood?" En verder: "Wie kan beslissen dat het leven te lang duurt?" Deze reeks is een aanwinst voor de klas, voor thuis en voor de jeugdbeweging en hoort thuis in elke bibliotheek.