Al heel lang leven er in een woud verschillende kattenclans. De Donderclan, de Rivierclan, de Schaduwclan, de Windclan en, voor de overleden katten, de Sterrenclan. Ze regeren elk over een bepaald deel van het woud. Wie het aandurft om in het territorium van een andere clan te komen riskeert afgemaakt te worden. De Schaduwclan houdt zich echter niet altijd aan de regels, waardoor de Donderclan in gevaar komt. Hoe langer hoe meer krijgskatten komen zo om en de clan verzwakt steeds meer. Ze zijn ten einde raad.
Rufus, een "poesie poes" besluit zijn "tweebeensleven" bij de mensen vaarwel te zeggen en trekt het woud in. Daar zien ze hem als een indringer, maar al snel merkt de Donderclan hoe moedig hij is en nemen hem op in de clan. Zijn naam is vanaf dan Vuurpoot. Niet alle katten zijn even blij met de komst van een poesie poes, maar tijdens zijn opleiding tot krijgskat komt daar al snel verandering in.
Het is een spannend verhaal dat zeer vlot leest. De avonturen, omzwervingen en gevechten van de clans kan je situeren op de twee kaartjes op de schutbladen. De hoofdrolspelers hebben ook elk hun eigen karakter en kenmerken, die goed uitgewerkt werden, net als hun onderlinge relaties die al even complex zijn als die in de mensenmaatschappij.
Erin Hunter schreef dit boek door haar fascinatie voor katten en respect voor de natuur en haar wetten. Aldus het nawoord. Maar zij creëerde ook een mythologische basis voor de kattensamenleving, wat het allemaal nog boeiender maakt. Aangename lectuur voor liefhebbers van dieren-'fantasy'.