Wat jij kan, kan ik ook!

Babydieren leren door hun ouders na te doen. Met vallen en opstaan. En dat achtereenvolgens bij dieren op de boerderij, in het bos, wilde dieren en dieren in het water. Zo leert het biggetje een modderbad nemen, of het vosje een hol graven.

Maar liefst 24 dieren komen zo aan bod, de opsomming is eindeloos. En behalve enige gradatie in het al dan niet lukken om de ouder te imiteren, blijft het stramien steeds gelijk. Peuters houden natuurlijk van herhaling, maar zoveel hoeft ook niet. De tekst is flauw en zoutloos, zoals bijvoorbeeld: “Hé, lief konijntje, kijk eens hoe hoog papa kan springen. Goed zo, papa, maar dat kan ik ook!” De dieren zijn heel kinderlijk getekend, statisch en zonder gezichtsuitdrukking. Met z’n afgeronde hoeken en gewatteerde kaft is het boekje geschikt voor peuterhandjes. En je kan je kind de namen leren van de babydieren en welke dieren waar leven, maar of een peuter daar al wat aan heeft?