We gaan op avontuur
Een meisje besluit met haar speelgoed op avontuur te gaan. Alle poppen en knuffels gaan mee in de fantasie. Fantje (de olifant) zorgt voor transport. Ze trekken over hoge bergen, door schitterende ravijnen, over ijzige rivieren en ze bouwen een iglo. Strepenkat is bang van de Verschrikkelijke Sneeuwman, maar Meisje weet raad. Ze gaat het ijs in stukken hakken zodat ze via een ondergrondse rivier kunnen ontkomen. Piraat stelt voor om de zeeën te bevaren en hobbelpaard speelt voor kompas. Maar dan valt een zeemonster het schip aan. Weer weet meisje raad: ze roept de vogels, die het schip zullen wegdragen. Dan gaan ze naar de snikhete woestijn waar ze op een boze tovenaar stuiten. Meisje wrijft echter over een toverlamp en ze wenst hen naar de andere kant van de wereld. Daar trekken ze door het oerwoud en varen een schuimende rivier af. Ze stoten op een waterval en vallen en rollen lachend ... over de vloer van de woonkamer, waar ze één voor één in slaap vallen.
Dit boek speelt knap in op de kinderlijke fantasie. Er zit veel beweging in het boek, ook in de prenten. Je zou er een bewegingsles mee kunnen vullen. De tekenstijl is pseudo-realistisch en nogal zwaar. Het is niet meteen mijn smaak, maar dat is persoonlijk. Een wild verhaal is het zeker wel, met leuke bijvoegelijke naamwoorden verteld.