We gingen achter hamsters aan
Mee met de dierenambulance
Het voorwoord in dit boek is belangrijk, want daarin motiveert de auteur waarom ze in een welvarend land een dierenambulance een goede zaak vindt. Voor dit boek meldde de auteur zich als vrijwilliger aan om mee te gaan met de dierenambulance. Het is een verslag van haar werkervaringen in zeventien uiteenlopende verhalen. Die gaan over achtergelaten hamsters in een bureaula of over een oproep om een aangeschoten konijn te redden, dat een haas blijkt te zijn. Hier leer je dat een dierenambulance oranje zwaailichten heeft en geen sirene mag gebruiken en dat omstaanders dikwijls met onbegrip reageren op het redden van sommige dieren. Na het verslag van de tussenkomst schrijft Bibi altijd een woordje uitleg over de betrokken dieren of over een of ander wat in het verslag genoemd wordt. In het geval van de haas gaat het over het verschil tussen een konijn en een haas. Ook de uitrusting van de ambulance wordt besproken, er zit bijvoorbeeld ook een slangenzak in. Het gaat dus over veel meer dan over dieren redden. Je leert bijvoorbeeld ook wat er op de chip van een hond of kat staat. Niet alleen huisdieren worden gered. In dit boek gaat het ook over een zwaan, een vleermuis, vogels, een schildpad. Tenslotte heeft ze het ook over de opleiding die je moet volgen voor je mee mag met de dierenambulance. Zoals altijd is de tekst onderhoudend en leerzaam met een hoop zijverhalen en interessante weetjes. Bibi Dumon Tak is een sterke observator, die wat ze ziet ook plastisch kan beschrijven. Als toemaatje zit er een zakje met dierentattoos in het boek.