Weg

Na de scheiding van haar ouders is haar vader naar Schotland verhuisd en woont Brenda bij haar moeder, Sophie, en haar ‘nieuwe’ gezin: stiefvader Johan, stiefbroer Larry, halfbroertje Jéjé en halfzusje Anna. Brenda schiet goed op met hen, maar haar moeder kan de druk niet aan en dat moet Brenda ontgelden. Sophie houdt de teugels erg strak en haar woede en onmacht reageert ze af met fysiek geweld. Dit brengt Brenda in de war en zij voelt zich vaak schuldig. Voor de buitenwereld verzint zij telkens weer nieuwe leugens om de oorzaken van haar blauwe plekken en haar verwondingen te verdoezelen. Bij haar vriendinnen en haar stiefbroer vindt zij toch nog enige troost. Tot op een dag Sophie volledig door het lint gaat en de dreiging escaleert … Dit realistische verhaal leest als een trein en laat je als lezer niet onberoerd. Het bouwt zich gestaag op naar een emotionele climax waarvan je verwachtte dat hij zou komen maar hoopte dat het anders zou lopen. Het hoofdpersonage, Brenda, is genuanceerd uitgewerkt. Maar de nevenpersonages missen die nuances en zijn wat te eenzijdig goed of slecht. Ook sommige gebeurtenissen lijken iets te toevallig, om het verhaal te doen kloppen. Je krijgt als lezer het idee dat de auteur zich heeft moeten beperken in de lengte van het verhaal, wat jammer is. De schrijfster slaagt erin om het verhaal een zekere lichtheid mee te geven en het niet in tranerigheid te laten verzinken. Momenten van liefde en vriendschap wisselen voortdurend af met gevoelens van pijn en verwarring. Een boek dat heel wat gespreksstof kan opleveren door zijn duidelijke boodschap, nl. dat je er best over kan praten en mensen in vertrouwen kan nemen om je te laten helpen.