Welkom in de wereld van de dinosauriërs
Zo’n dertig dinosauriërs komen aan bod in dit dikke prentenboek, verdeeld over vier hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk leer je van een aantal soorten vooral hoe groot en zwaar ze wel niet waren. Het tweede zoomt in op hun eetgewoonten. Vervolgens komen voortplanting, gedrag, evolutie, de vulkaanuitbarsting en de meteoriet aan bod. Het boek sluit af met fossielen, wetenschappelijk onderzoek en een tijdlijn.
Dat lijkt een hele kluif voor een non-fictieboek voor jonge kinderen, en het is ook wel een klepper van tachtig bladzijden. Maar het speelse karakter maakt het licht verteerbaar. Vooreerst zijn er de geweldige illustraties vol kleur, expressie en dynamiek. Zo sprekend dat je kleuter mogelijk wel achteruitdeinst voor de opengesperde bek van de coelophysis of gruwt van de tong van de giganotosaurus. Soms lijken de enorme dieren nauwelijks op de bladzijde te passen en voor de giraffatitan moet je het boek zelfs een kwartslag draaien. Uitgesproken speels is ook de taal, met dank aan Bette Westera voor de vertaling. De korte teksten zijn vaak op rijm, maar gelukkig heeft ze zich niet laten dwingen alles daarin te forceren. De beschrijving van de baryonyx is heel krachtig door de simpele opsomming van niet meer dan acht woorden die het dier kenmerken. De info over dinodrollen is in de vorm van een beeldgedicht gegoten, met een grappige verwijzing naar het alom gekende prentenboek van een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft. In de tekst over een aantal stoere exemplaren vormen de eerste letters van elke regel het woord stoer. Eenvoudig kan je de taal niet noemen, met woorden als “rondbanjerden”, “rotganger”, “mythologisch” of “didgeridooënde”, maar rijk is ze wel. En gelukkig staat elke moeilijke naam van zo’n dino ook fonetisch geschreven.
Het is een heel aparte soort non-fictie, waaraan kinderen van verschillende leeftijden plezier kunnen beleven. De vorm zorgt ervoor dat je niet overdonderd wordt met informatie. Grootte en gewicht kan je je min of meer voorstellen door de vergelijkingen met je bed, of een autobus. Heel fijn is ook de toevoeging dat de wetenschap over dinosauriërs nog voortdurend evolueert, en dus dingen in dit boek mogelijk op een dag niet langer blijken te kloppen. En kleine dino fans krijgen daarbij de boodschap dat zij later misschien wel zo’n belangrijke ontdekking kunnen doen.