Werken voor de vijand
Albert zijn hoofd stond niet naar studeren. Hij wou alleen maar vrachtwagenchauffeur worden. Toen plots de oorlog uitbrak, werd Albert opgepakt om te gaan werken in Duitsland. Alhoewel niemand uit Nederland dit wou, moest hij toch met andere jongemannen werken in de Opel-fabrieken waar vliegtuigonderdelen gemaakt werden. Vliegtuigen die bommen op Nederland gooiden. Albert protesteerde maar had geen keuze. Wanneer hij zou weigeren werd zijn familie in Nederland opgesloten. In Duitsland kwam zijn droom uit (hoe erg dit ook mag klinken): hij werd vrachtwagenchauffeur van een Opel-Blitz. Hiermee vervoerde hij grondstoffen en onderdelen van en naar de fabriek. Hij had geen slecht leven, terwijl zijn kameraden in de fabriek zich kapot werkten en honger leden. Daarom scharrelde hij onderweg eten en kleding voor zijn makkers bij elkaar. Tientallen keren werd hij in zijn vrachtwagen beschoten door vijandige vliegtuigen die niet konden weten dat Albert geen Duitser was. Eén van de zes boeken die deel uitmaken van het project Vergeten Oorlog. In dit boek wordt aandacht besteed aan de dwangarbeid die duizenden mannen uit de bezette landen moesten doen in Duitsland. De verhalen zijn schrijnend, alhoewel er ook goede Duitsers waren die evenmin oorlog wilden. Het is een vlot geschreven jeugdroman die je ineens uitleest. Het is Arend, de zoon van Albert, die het verhaal over zijn vader schrijft, en de kleinzoon Jori die alles wil weten over de bouwdoos van de Opel-Blitz, die hij van zijn grootvader gekregen heeft.