Wie is Libby Skibner?
De vijftienjarige Liesbeth Skibner is een Einzelganger. Thuis gaat ze gebukt onder haar vader, onder de volstrekte stilte die hij eist wanneer hij aan het componeren is, onder de depressies wanneer het hem niet lukt. Haar broer lijdt er evenzeer onder als zij. Met haar moeder lijkt converseren onmogelijk. Op school hoort ze bij geen enkel groepje, noch bij de Kakkers, noch bij de Hockeys. En dus observeert Liesbeth, en bouwt met de informatie die ze opslaat kathedralen in haar hoofd. Het contrast met thuis wordt des te groter wanneer klasgenote Suzan Liesbeth uit haar schelp haalt en inwijdt in de meidenwereld van winkelen, make-up, muziek en uitgaan. Liesbeth herdoopt zichzelf in Libby en de conflicten thuis groeien evenredig met haar populariteit. Wanneer ze zich op school als helderziende begint te gedragen, is de climax bereikt en barst de bom op beide fronten. Het gegeven van een vijftienjarig meisje op zoek naar zichzelf is natuurlijk klassiek. De omstandigheden waarin ze leeft en de manier waarop ze er mee omgaat, zijn dat heel wat minder. Zo is de scène waarin Libby de ogen opent van zowel haar leerkrachten als medeleerlingen bizar, hilarisch en treurig tegelijkertijd. Ook Libby's thuissituatie is uitzonderlijk. De cover zette me daarbij op het verkeerde been. De strenge houding van de ouders, het feit dat bv. Bob Marley's muziek godsliederlijk wordt genoemd, en mijn interpretatie van een meisje met een hoofddoek op de cover, brachten me al snel bij een islamitisch gezin. Wat absoluut naast de kwestie bleek. Het grote aantal dialogen en de vlotte pen maken dat dit boek leest als een trein. Maar echt beklijven doet het niet.