Wie zingt daar zo vals?
Op een avond hoort Egel aan het huis van de boswachter hele mooie muziek. Egel is erg onder de indruk en wil ook graag eens proberen of hij zo mooi kan zingen. Maar verder dan schril gepiep komt hij niet. Eekhoorn zegt dat Egel alleen maar lawaai maakt en dat het afschuwelijk klinkt. Egel is gekwetst maar blijft niet bij de pakken zitten. Hij vraagt aan de nachtegaal of die hem zangles wil geven. Het wordt een zware beproeving voor Nachtegaal. Vos wil Nachtegaal helpen en stelt voor om Egel in een koor te laten zingen, dan valt het minder op dat hij zo vals zingt. Veel kandidaten zijn er niet om mee te zingen. Alleen Wolf, Raaf en Hert komen opdagen. Nachtegaal geeft op. De andere dieren zijn teleurgesteld. Toch willen ze blijven zingen. Ze vinden dat immers heel fijn en uiteindelijk is dat toch het belangrijkste. Ze geven een concert voor alle egels, wolven, raven en herten uit de wijde omtrek. Het wordt een daverend succes! De boodschap in dit boek is duidelijk: als je iets graag doet, moet je daar niet per se in uitblinken. Het belangrijkste is dat je er plezier aan beleeft. Het hele verhaal lijkt wel een fabel van La Fontaine. Ook de sfeer die er rond hangt, doet eraan denken. De illustraties zijn nogal vlak en de figuren houterig getekend. Volwassenen zullen dit boek iets anders lezen dan kinderen. Volwassenen herkennen maar al te goed menselijke eigenschappen zoals ondermeer tact en frustratie.