'Wiet Waterlanders en de 9e compagnie van Heethoofden' is het vierde deel in wat oorspronkelijk een trilogie zou worden over Wiet Waterlanders.
Dit keer neemt het geheime genootschap van de Caroluscode vakantie; ze hebben hun opdracht volbracht. Maar dan komt Wiets vader met een geheim op de proppen: Wiet heeft een halfbroer, Wout. Wout blijkt twee jaar jonger, maar een durfal, handig en snel. Helemaal de tegenpool van moederskindje Wiet. Hij zal voortaan bij Wiet en diens mama logeren. Maar waarom komt Wiets vader nu pas met dit geheim naar voren? En wie is Wouts moeder?
En ze krijgen ook een opdracht: Wiets vader vraagt hem om samen met Ophelia en Indigo te infiltreren in een knapenkoor dat jaarlijks op stagekamp gaat in een oude abdij. Het doel is om te ontdekken wie een bepaalde eeuwenoude muziekpartituur geschreven heeft.
Parallel met deze verhaallijn die zich in het heden afspeelt, loopt ook een verhaallijn in het verleden. Ludwig moet gaan studeren in wat achteraf dezelfde oude abdij zal blijken als waar Wiet en zijn vrienden verblijven. Eeuwen geleden werd daar een muziekschool met harde hand gerund door de bekende muzikant Solieri.
Dit boek zit vol grappige knipogen naar bekende componisten; hun namen staan ook achteraan verklaard. De historische elementen die Tijsmans in zijn serie verwerkt, zijn verrassend.
De reeks over Wiet Waterlanders bevat vier lijvige boeken vol spanning en humor. Men maakt af en toe de vergelijking met de Harry-Potterserie, en inhoudelijk is die misschien een beetje terecht, maar op schrijftechnisch vlak heeft Mark Tijsmans nog wat te leren van J.K. Rowling. Dit neemt niet weg dat de reeks rond Wiet een aanrader is voor lezers vanaf twaalf jaar, die houden van spanning. De verschillende verhaallijnen en vele personages zullen sommigen misschien afschrikken, maar als je doorbijt, word je beloond met een erg leuk verhaal!