Willem en Dikke Teun

Willem en Dikke Teun zijn supervrienden. Overal waar Willem gaat, vind je ook zijn kater. Dikke Teun kan namelijk praten, maar enkel met Willem. Dat is hun geheim. Telkens wanneer Willem wat bang is of om de een of de andere reden een zetje in de rug nodig heeft, is Dikke Teun er. Hij weet precies wat hij zeggen moet om Willem ervan te overtuigen wat flinker te zijn.

Dit boek is een verzameling van korte voorleesverhaaltjes. De hoofdrollen zijn weggelegd voor een ietwat bange kleuter, Willem, en zijn kater, Dikke Teun. De onderwerpen die aan bod komen zijn herkenbaar voor de doelgroep: voor de eerste keer alleen naar de bakker, buiten spelen met onbekende kinderen, even alleen thuisblijven, een vervelend buurjongetje … Misschien mag Willem wel wat sneller dan andere kleuters eens een keertje iets alleen. De verhaaltjes zijn vlot en bondig geschreven. Er komen heel wat dialogen in voor, wat het verhaal een zekere dynamiek geeft. Het praten van Dikke Teun kan je best vergelijken met ‘een denkbeeldige vriend’, al is deze kater natuurlijk geen verzinsel. Heel wat jonge kinderen hebben een levendige fantasie en zullen zich hier verder ook geen vragen bij stellen. Een poes die kan praten is in hun verbeelding gewoon normaal. Elk nieuw verhaaltje wordt aangegeven met een poezenhoofdje en de titel. Regelmatig staan er illustraties in het boek van ongeveer een halve tot een hele bladzijde groot. De illustraties zijn kleurrijk, maar er worden geen schreeuwerige kleuren in gebruikt. De illustraties doen als kleine schilderijtjes aan. Ze dienen vooral ter ondersteuning van het verhaal tijdens het voorlezen. De avonturen van Willem en zijn kater lijken me leuke afsluiters van een gevulde dag. Ze hebben er de ideale lengte voor. Ik zie het zo voor me hoe er voor het slapengaan nog even een verhaaltje uit dit boek wordt voorgelezen aan een vermoeide kleuter.