Willy Boem woont in het Wilde Westen en is de kleine broer van Billy en Milly Boem. Willy krijgt de grote verantwoordelijkheid om een deel van oma's erfenis - gouden munten - naar zijn zus in Reno te brengen. Hij zal twee dagen onderweg zijn met de trein. Mama Boem naait twaalf munten op zijn onderhemd zodat hij ze niet kan verliezen. De reis naar zijn zus wordt allesbehalve saai. Op de eerste trein al komt Bob voor hem zitten en die zegt dat hij goud ruikt ... Bob heeft slechte bedoelingen maar wordt tegengehouden door een tweede en wel heel bijzondere passagier. Willy's reis wordt onverwacht onderbroken door werken; de trein kan niet doorrijden. Door een ongelukkig toeval worden de gouden munten ontdekt en moet Willy in alle geheim 's nachts vertrekken met de hulp van een herbergier. Op zijn laatste trein wordt hij opnieuw tegengehouden door Bob de goudsnuiver. Toch slaagt Willy erin om de munten veilig en wel bij zijn zus te brengen.
Een heel fijn en vlot lezend boek voor kinderen die geïnteresseerd zijn in het Wilde Westen, maar ook in achtervolging en avontuur, in vriendschap en moed. Dit allemaal op kindermaat, want Willy is ook nog maar een kleine jongen en hoewel hij soms heel heldhaftig en stoer reageert, denkt en handelt hij als een kind. Tussendoor worden er twee verhalen verteld over zijn broer en zijn oma. Dit zijn extra's, wat wordt benadrukt door de grijze rand rond de bladzijden. Zo lijken ze op pagina's uit een oud boek. De illustraties, hoewel in zwart-wit, geven kleur aan het verhaal. Soms zijn ze paginagroot en soms zie je hier en daar verspreid over de pagina verschijnen. Op het schutblad is de reis goed te volgen op een landkaart, achteraan staat er lied over Willy Boem.