Wilma Wonder
Voor Wilma is de maat vol. Volgens haar broer is ze te klein en kan ze helemaal niets. Wilma zal eens bewijzen wat ze allemaal wél kan, en als haar broer niet wilt spelen doet ze dat toch gewoon met de buurkinderen. Elk vriendje heeft een ander talent dat op één of andere manier geapprecieerd wordt door de anderen. Origineel in de vormgeving is dat de buurkinderen niet naast maar onder Wilma wonen. Elke keer als ze een verdieping lager gaat om een ander vriendje te ontmoeten, moet je het boek dwars houden om verder te lezen. Nadat alle vrienden samengekomen zijn, spelen ze op het speeltuig alsof ze piraten zijn. Met hun talenten jagen ze de zeemonsters weg. Het dwarshouden lijkt me nu minder zinvol. Plots krijgt Wilma een nieuwe matroos in het oog. Die ziet er heel bijzonder uit. De vrienden komen dichterbij, spreken de lezer aan, benoemen wat een wonder hij/zij is en vragen om met hen mee te varen.
Inclusiegewijs is dit boek zeer aangewezen. De plakker op het oog van Wilma, de donkere huidskleur, de verschillende gezinsvormen, het meisje in de rolstoel, verschillende talenten … het is allemaal de normaalste zaak van de wereld en wordt niet specifiek benoemd of uitgelegd. Jezelf zijn, wordt zonder woorden aangemoedigd.
Het verhaal staat op rijm wat voor een vlotte manier van (voor)lezen zorgt. Hier en daar vond ik het wel wat rijmen om te rijmen. De illustraties van Willemen zijn vrolijk en kleurrijk en passen prima bij het verhaal.
Hanne Luyten heeft duidelijk de smaak te pakken. Ze schrijft voor volwassenen en voor kinderen en heeft geen uitgeverij nodig. Net als Wilma gelooft ze (helemaal terecht) in zichzelf en is ze haar eigen uitgever. Ze zorgde voor een fijn verhaal waarin een heleboel kinderen zich kunnen herkennen.