In deze verhalenbundel staan zeventien korte verhalen en vijf gedichten. Ze hebben als thema winter. De doelgroep varieert van vijf tot negen jaar. De kwaliteit van de verhalen is wisselend. Vijf van de zeventien zijn schitterend. 'Ziek' van Rindert Kromhout gaat over Meester Max en zijn kleuters. Bas is ziek en kan niet mee werken aan het vogelrestaurant. In 'Fleur op het ijs' van Hans Kuyper gaan de eigenwijze Fleur en haar gekke papa schaatsen. 'De pratende kat' van Trude de Jong gaat over Ares die op kerstavond bij zijn oma logeert omdat zijn ouders gaan scheiden. Hij stelt zich hierbij de voor kinderen herkenbare vraag: Is het mijn schuld? Kuik en Vark gaan in 'Een witte kerst' van Koos Meinderts op zoek naar sneeuw: in een kettingverhaal ontdekken ze dat een witte kerst dichterbij is dan gedacht. En dan is er tenslotte 'Oerie Boerie Kanoerie' van Sabine Wisman. Hier is Ole ziek en in zijn koortsdroom komen de figuren uit een verhaal van zijn vader tot leven. De andere verhalen zijn goed tot zwak. De gedichten van Nannie Kuiper en Doortje Hannig vallen eigenlijk tegen. De illustraties, ook van verschillende illustratoren, zijn eveneens van wisselende kwaliteit. Gevestigde waarden als Harmen van Straaten, Ingrid Godon, Max Velthuijs en Annet Schaap springen eruit. De kinderen zullen in enkele verhalen bekende figuren als meester Max, Fleur, Kuik en Vark, Wolf en Lam en Knofje ontmoeten. Een bruikbare bundel voor school en bibliotheek.