Wiplala
Wiplala is helemaal terug! En hoe! Al voor de 38e keer en met gloednieuwe illustraties van Philip Hopman. Wiplala is een klein mannetje, geen kabouter, maar een wiplala. Omdat hij niet zo goed kan tinkelen (toveren in wiplala-taal) werd hij door de andere wiplala’s weggestuurd, tot hij wel goed kan tinkelen. En zo belandt hij bij de familie Blom. Nella Della, Johannes en Meneer Blom vinden het wel een beetje lastig dat hij bij het tinkelen af en toe een steek laat vallen: zo versteent hij de buurman, en weet hij niet hoe hij hem terug moet tinkelen. Als ze met zijn allen gaan eten, en Meneer Blom niet voldoende geld op zak heeft, tinkelt Wiplala zijn nieuwe vriendjes klein, zodat ze niet groter zijn dan hijzelf. Dat is het begin van een spannend avontuur, eerst thuis, later in het paleis op de Dam, in het ziekenhuis en bij de dames Adèle en Louise. Gelukkig herinnert Wiplala zich na een tijdje hoe hij iedereen weer groot kan krijgen. En omdat hem dat gelukt is, kan hij weer terug naar zijn eigen wereld. Vijftig jaar na de eerste druk blijft dit een onwijs gaaf en grappig boek, met onderhuids toch wel wat maatschappijkritiek, maar alles behalve belerend: de buurman die plots beroemd en rijk wordt, nu hij verdwenen is en een standbeeld gekregen heeft, hoe opgejaagd de familie Blom zich voelt, omdat ze anders zijn en ze wel eens tentoongesteld zouden kunnen worden als ze gevangen worden, de manier waarop de juffrouwen Adèle en Louise omgaan met het dienstmeisje, … Dit werd echter zo goed verpakt, dat het nauwelijks opvalt. De illustraties van Jenny Dalenoord werden vervangen door gloednieuwe illustraties van Philip Hopman. Met zijn zwierige tekenstijl heeft hij de juiste toon te pakken. Schitterend om zelf te lezen of voorgelezen te worden, mooi om naar te kijken. Wat kan een mens nog meer verlangen!