Wisselkinderen
Wie ridders, heksen en een bos vol fabeldieren kan combineren tot een meeslepend verhaal, heeft talent. Maar goed, we wisten al dat Thijs Goverde een gave bezit om te schrijven voor deze iets oudere doelgroep. Hoewel ik eerst nog heel erg kritisch stond ten opzichte van het taalgebruik, bleek dit al gaandeweg een grote meerwaarde te zijn. Waar ik eerst dacht dat het boek een uiteenzetting ging worden van de kennis die de auteur heeft over de Middeleeuwen, liet ik me later graag meevoeren naar deze tijd. En waar ik in het begin viel over enkele pietluttige typefouten, verdween ik later volledig in het boek.
Dit boek bevat veel typische elementen van een fantasieverhaal. Zo is er de queeste die IJsbrand onderneemt naar het dorp Wisseling. Maar waar tochten al vaak saai en voorspelbaar worden, gebeurden er in dit boek onverwachte dingen die zeer actief worden beschreven. Er zijn ook de typische nevenverhalen die door de karakters worden verteld om de monotone beschrijving van zo’n tocht te doorbreken, maar ook hierin is perfect gedoseerd zodat je nooit de verhaallijn kwijt raakt.
Wat het boek helemaal af maakt, zijn de “kampvuurwijsheden” die me soms best wel wisten te raken. Heel wat stof uit het boek stemt tot nadenken. Zo beweert Moenin, een vriend van IJsbrand, dat angst voor de dood ervoor zorgt dat ouders hun kinderen slaan. Kinderen zijn immers het enige tastbare wat zij kunnen achterlaten voor ze sterven. Vooral daarom zouden ouders willen dat hun kinderen perfect zijn en zetten ze alle middelen in om dit doel te bereiken.
Inhoudelijk is het boek dus knap samengesteld, maar ook vormelijk is er alles aan gedaan om ons het lezen gemakkelijk te maken. Zo is het boek opgedeeld in vier delen, die elk nog eens zijn verdeeld in hoofdstukken. Elk hoofdstuk eindigt met een zeer expliciete cliffhanger, maar vaak werkt die ook. Misschien is het boek zelf wel betoverd, zodat je het niet gemakkelijk weg kan leggen?