Een zonnig boek dat de levenscyclus van een zonnebloem beschrijft aan de hand van één zaadje. Op het einde van de zomer wordt het zaadje meegenomen door de wind en komt in de herfst onder de grond terecht zodat het de winter overleeft. Wanneer het lente wordt begint het zaadje te groeien. Zowel zijn wortels als zijn stengel worden groter. In de zomer wordt hij een mooie grote bloem die allerlei dieren aantrekt om dan weer één zaadje te lossen ...

De natuur zit vol verborgen verrassingen, zo ook dit kleurrijke boek dat vele flapjes, kijkgaatjes en uitklapbladen heeft. Telkens je een bladzijde omslaat kun je op ontdekking. Niet alleen de flappen geven je telkens iets nieuw, maar ook de vele details zorgen ervoor dat je continu geprikkeld wordt. Het zaadje blijft sterk aanwezig door telkens hetzelfde gaatje in de bladzijden maar het bevindt zich wel telkens ergens anders, nu eens in de lucht, dan weer in de grond, je ziet het zaadje groeien dankzij de verschillende kleuren die rondom het gaatje voorkomen. Ook de seizoenen zijn enorm mooi en tekenend weergegeven, de zomer is één en al kleur en leven, de winter is wit en rustig en in de lente heb je de zon en regen om het zaadje te doen groeien. Toch gaat het niet alleen om de groei van het zaadje, maar de wondere natuur in zijn geheel, want je ziet konijnen, lieveheersbeestjes, mieren, vlinders, en de grappige snoetjes van muizen. Soms is het een beetje te ver gezocht want ik zie nog geen vogel een nest op de bladeren van een zonnebloem bouwen. Een ander minpuntje is dat je het boek beter niet zomaar in de enthousiaste handen van een kleuter stopt wanneer je het nadien nog een keertje zou willen lezen, inclusief de fragiele flapjes openvouwen.