Ze noemen me mier

Dit boek valt op door zijn originaliteit. Zowel het hoofdpersonage Jonas, een mestkever die tussen de mieren opgroeit, als de alwetende verteller en de illustraties spelen een cruciale rol in het verhaal. Het is ontroerend om te zien hoe Jonas, die door de andere mieren wordt buitengesloten, alles probeert om erbij te horen. De manier waarop dit thema is uitgewerkt, raakt een snaar.

Een bijzondere kracht van het boek is de combinatie van tekst en beeld. Om het verhaal volledig te begrijpen, moet de lezer goed naar de illustraties kijken. Dit maakt het voorlezen wat uitdagender, maar het verrijkt de leeservaring als geheel wanneer je het boek zelf ter hand neemt.

Toch kent het boek ook zijn complexiteit. Dit komt met name door de verteller, die regelmatig het verhaal onderbreekt met passages in de ik-vorm. Dat is een boeiend element, maar het concept blijft nogal vaag. Omdat Jonas ook vaak zijn gedachten met ons deelt, is het niet steeds vanaf het eerste moment duidelijk wie “ik” is. Het wisselende perspectief van de verteller (soms vertelt de verteller het verhaal alsof hij het al kent, andere keren lijkt hij het op dat moment waar te nemen) zorgt voor nog meer verwarring.

Desondanks blijft het boek overeind door de zorgvuldige keuze van kleuren en de sterke, emotionele en humoristische schrijfstijl. Hoewel het niet altijd even vlot leest, blijft het zeker een waardevolle en bijzondere leeservaring.