Zeelichtjes

Op een avond roeien een meisje, haar hond en haar vader uit op de inktzwarte zee onder een fonkelende sterrenhemel. Ze gooien hun netten uit en hijsen even later een glinsterende vangst aan boord. Aanvankelijk leidt het maanlicht hen terug naar huis, maar al snel wordt deze maan verduisterd door een onweer en is het de vuurtoren die hen veilig huiswaarts leidt. Zo snel als de storm opkwam, verdwijnt hij ook. De gevangen vis stopt papa onder een zeil en dan vatten ze langs de flitsende kermislichtjes op de kade samen de tocht naar huis aan. Waar ze vanonder de warme dekens in bed de lichtjes van het vuurwerk zien.

Lichtjes en vooral zeelichtjes vormen de basis van dit magere haast inhoudsloze verhaal. De achterflap vermeldt dat de beelden tot leven komen wanneer je de bladzijden omslaat en dat is ook zo. De illustraties geven de sfeer van een verlaten kuststadje, waar licht alleen functioneel aanwezig is, sfeervol weer. Flapjes en wieltjes zorgen voor een verrassend effect. Het lijkt wel alsof dit boek is ontstaan uit het plezier dat Carolina Rabei beleefde bij het succesvol experimenteren met karton en verf. Een plezier dat wellicht ook tal van jonge kinderen zullen hebben bij het draaien, vouwen en kijken.