Ziezo

De 347 kinderversjes

Goede wijn behoeft geen krans. En dat geldt ook voor deze zeventiende druk van Annie M.G. Schmidts kinderversjes. Deze overbekende versjes werden tussen 1950 en 1973 geschreven en worden in dit boek chronologisch gerangschikt. Voor de volledigheid hebben de samenstellers ook de archieven van ‘Het Parool’ doorsnuffeld. De meeste van deze versjes verschenen immers eerst in de krant, en werden pas later gebundeld. Sommige zijn nooit in een bundel verschenen, maar komen hier toch aan bod. Ze worden in de inhoudstafel van de gebundelde versjes gescheiden door een streepje. Stuk voor stuk zijn het afgeronde verhaaltjes, die zeer ritmisch voorgelezen kunnen worden. Ze gaan over dagdagelijkse dingen, maar ook over koningen en koninginnen en over heksen ... En heel wat van deze versjes behoren tot ons collectief geheugen: Dikkertje Dap, Sebastiaan, Pimpeloentje, ... De illustraties zijn van de hand van een keur van Nederlandse illustratoren, maar vanzelfsprekend nemen de tekeningen van Fiep Westendorp een prominente plaats in. Hier en daar worden de versjes wat oubollig, maar dat neemt niet weg dat dit boek een ereplaats verdient in elk boekenrek. Zelf urenlang grasduinen of samen genieten met je (klein)kind: leesplezier gegarandeerd.