Zo varen de scheepjes voorbij
Het zoveelste boek van schrijversduo Busser en Schröder. Na dichtbundel 'Klap eens in je handjes', kozen ze nu als titel de laatste regel van dit vers: 'Zo varen de scheepjes voorbij' en plakten het op hun nieuwste spruit.
Elke keer hoop ik op een beetje vernieuwing en originaliteit in een dergelijke bundel, zij het op gebied van illustraties, of wie weet wel tekstueel. Maar ook dit keer bleef ik wat op mijn honger zitten. De versjes zijn gewoon, niet meer dan dat. De meeste gedichtjes staan op zich, andere zijn dan weer opgevat als een soort serie. Deze gedichtjes werden nogal ongelukkig aangegeven met (1), een nummering tussen haakjes, haast zakelijk. Waarom laten we de lezers dit niet zelf ontdekken? Dan zit er alvast wat verrassing in dit boek. Andere 'series', zoals degene over Koning Bibber en Annemienemoontje (what's in a name?) werden niet genummerd.
Daarnaast werd er ook voor een leerrijke component gekozen, zoals ook in het voorwoord beschreven. Er zijn namelijk om de zoveel bladzijden wat aanwijsprenten of versjes waarin je moet tellen. Zowat het enige positieve is het feit dat de aanwijsprenten op rijm staan. Een bundel met een paar van deze prenten en verder niets zou dit boek een niveau hoger tillen.
De illustraties maken het er ook niet veel beter op: zoals zo vaak werkten ze samen met Dagmar Stam, maar ook met een allegaartje aan andere illustratoren. Kathleen Amant, Pauline Oud en Alex de Wolf zijn zowat de bekendste. Door de grote verscheidenheid wordt het soms echt een beetje te druk. Het zou helpen als de illustratoren beter gekozen waren. De prenten zijn net als de rest van het boek nogal gewoontjes, hoewel de collages van Hanneke de Jager (bekend van de prinsessenboeken) er af en toe uitspringen.