Zoeken naar de waarheid

Hanna heeft haar opa nog nooit ontmoet. Mama wil hem nooit meer zien, maar Hanna weet eigenlijk niet juist waarom. Tot ze op zolder brieven vindt, van opa aan mama. Ze weet best dat ze die niet mag lezen, maar ze doet het toch... Ze ontdekt dat mama haar vader beschuldigde van incest. Opa ontkende. Wie heeft er gelijk? Heeft mama het werkelijk verzonnen of is opa echt zo’n vieze vent? Hanna besluit het zelf te gaan uitzoeken. Ze vindt steun bij haar vriend Jeroen. Ze besluiten het gewoon te gaan vragen. Maar als ze daar zijn, slaat de twijfel toe. Eerst komen ze met een smoes binnen. Zijn vrouw is erg aardig, maar dan ziet Hanna de ogen van opa. Ze zijn kil en doods. Ze is meteen overtuigd van mama’s eerlijkheid. Ze vraagt of hij kleinkinderen heeft. Hij beweert dan zelfs dat zijn kleinkind Hanna af en toe langs komt. Niet te vaak, want ze woont ver. Jeroen kan zich niet meer bedwingen en gooit er de vraag uit of hij haar dan ook misbruikt. Hij geeft opa een klap in zijn gezicht. Dan rennen ze snel weg. Met de trein weer naar huis, eerst langs oma... Een zo delicaat thema als incest leent zich niet tot een detectiveachtig verhaal met oude brieven in een doos en een geheim gehouden bezoek aan de man in kwestie. Het is ook eigenaardig dat al Hanna's twijfels verdwijnen, gewoon omdat ze opa in de ogen kijkt. En de agressieve reactie van haar vriendje is helemaal niet te begrijpen. Voor de rest worden er eindeloze gesprekken gevoerd in dit boek, met mama, met oma...op een nogal hoogdravende toon. Maar nergens voel je als lezer echt de pijn aan van iemand die er mee te maken krijgt, of het nu is als kind of als moeder van een kind dat misbruikt werd.