Zomerzee

De ik-figuur in dit boek gaat een dagje naar zee. Hij doet een zwembroek en een zomerhoedje aan en speelt met emmer en schepje in het zand. Schelpen rapen, pootje baden en ten slotte een ijsje eten horen er uiteraard ook bij.
Elke dubbele pagina krijgt zijn ‘hoofdstukje’. Op de linkerpagina staat een grote tekening (zon, zomerhoed en zwembroek, schepje en emmer, schelp, zwembandjes en de zee en een ijsje) met een korte tekst van drie regeltjes. Het verhaal is beschreven in de ik-vorm. Het belangrijkste woord is telkens vet gedrukt. Storend is hier toch wel het overvloedige gebruik van verkleinwoorden: zomerhoedje, dagje, schepje, schelpje, zwembandjes, voetjes, ijsje ... Je bent al vlug oververzadigd. Voor een peuter is een emmer op zijn maat even groot als een emmer op volwassenen-maat. Dus, het gebruik van verkleinwoorden is hier echt overbodig en vooral storend.
De illustratie op de rechterpagina zet het onderwerp in zijn context: het zonnige strand, strandkledij, spelen in het zand, enz. Liesbet Slegers zet haar illustraties stevig neer in vrolijke, felle kleuren en een zwarte omlijning. Het geheel oogt rustig, vooral omdat alles tegen een witte achtergrond geplaatst wordt. Voor de kleinsten is het leuk om de grote tekening terug te vinden in de rechterpagina.
Het boekje is mooi uitgegeven in vierkant, hardkartonnen formaat met afgeronde hoeken. Peuters kunnen er zelf in kijken, maar  je kan er samen mee aan de slag en vertellen. Voor deze doelgroep is het een bruikbaar, leuk boekje.