Zomerzeer
Gerd is een jongensachtige Noorse tiener die met haar moeder en twee jaar oudere zus Siv in een eenvoudig zomerhuisje bij een fjord woont. Jaren geleden is haar vader op zee verdwenen. Hij trok ’s morgens vroeg in een klein bootje uit vissen, samen met Siv, maar het meisje keerde alleen terug, drijvend op een plastic deksel. Sindsdien is Siv een beetje vreemd. Nooit heeft zij verteld wat er precies gebeurd is. Gerd mist haar vader heel erg: zij was zijn lieveling. Hij begreep haar omdat hij zelf ook een beetje een wildebras was. Gerd is niet zo’n lief persoontje: zij laat haar zus voor alle huishoudelijke karweitjes opdraaien, stelt zich tegenover klasgenootjes geregeld op als een pestkop, is brutaal tegen haar leraar en andere volwassenen, steelt al eens en liegt voortdurend, ook tegen haar beste vriendin Kajsa. Gerd is jaloers op Kajsa, die enig kind is, verwend wordt en twéé liefhebbende ouders heeft. Zij is ook een beetje jaloers op haar eigenaardige zus, die veel talenten heeft en met haar innemende karakter de mensen voor zich weet te winnen. Als een rijk gezin uit Oslo zijn intrek neemt in het dorp, wordt het leventje van Gerd nog gecompliceerder. De vriendschap met Kajsa komt onder vuur te liggen doordat leeftijdgenote Maja op het toneel verschijnt. De bondgenootschappen wisselen voortdurend (net zoals in Hagerups eerste jeugdboek, ‘Golfbewegingen’) en de diepste tienergeheimen worden meedogenloos te grabbel gegooid. In de strijd lopen ze alledrie littekens op, letterlijk en figuurlijk. Op de koop toe begint Maja’s broer een relatie met Siv en Gerd meent instinctief aan te voelen dat zij haar zus moet beschermen. Tijdens een indrukwekkende onweersbui op zee barst ook het conflict tussen de jongeren in alle hevigheid los. En net zoals de storm na een tijdje gaat liggen, klaart ook op het sociale en psychische vlak de hemel weer op. Hilde Hagerup trapt echter niet in de val van het overall happy end. Op de achtergrond blijven er donkere wolken drijven, die vroeg of laat weer kunnen oprukken. De financiële situatie van Gerds gezin is erg wankel. De ouders van Maja blijven op hen neerkijken. In de tienervriendschap blijft het gevaar voor dubbele bodems en verschuivingen reëel. Maar Siv heeft zich uit haar trauma’s weten los te rukken. Eindelijk kan zij vertellen wat er destijds met haar vader gebeurd is. De zusjes kunnen samen hun rouwproces beginnen afronden. Als je als volwassene dit boek leest, herinner je je op slag heel levendig hoe hard het leven soms kan zijn in de zogenaamde ‘zorgeloze’ kinderjaren; hoe wreed tieners soms voor mekaar kunnen zijn en hoe moeilijk het is om greep op het leven te krijgen. Als je dit als tiener leest, voel je je ongetwijfeld begrepen en een beetje getroost: je bent niet de enige die worstelt om boven water te blijven en niet de enige die wel eens een smerige streek uithaalt met anderen om zelf te overleven. Hilde Hagerup verstaat uitstekend de kunst om in de huid van haar personage te kruipen. Gerd komt op elk ogenblik over als een energieke brok vlees en bloed met goede bedoelingen maar ook zwakke plekken en zelfs ergerlijke trekjes. Het hele gebeuren wordt beschreven zoals een jonge tiener het beleeft. Meesterlijk is bijvoorbeeld hoe de allesbehalve verwende maar snoepzieke Gerd de After Eight chocolaatjes op het nachttafeltje van haar vriendin beschrijft (een halve bladzijde lang, p.28), of het ochtendhumeur van haar leraar. Knap ook hoe de auteur in elk hoofdstuk een beetje meer informatie over het verleden vrijgeeft, zonder dat het geforceerd overkomt. De vertaalster verdient op haar beurt een pluimpje voor haar puike werk.