In het oerwoud dat bedreigd is door de bomenkap gaan we op zoek naar de olifant, de papegaai en de slang. Het woud wordt aldoor kleiner en de dieren komen terecht in de stad om uiteindelijk in de dierentuin te belanden.
De auteur maakt gebruik van een zoekprentenboek om de teloorgang van grote stukken Amazoneregenwoud in Brazilië aan de kaak te stellen (zie het nawoord).  Er is geen tekst, de illustraties spreken voor zich. Op de eerste pagina wordt het immense woud voorgesteld, dan sommige van zijn bewoners: een slang, een papegaai en een olifant. Naarmate het verhaal vordert, zie je het bos letterlijk krimpen. Eerst verschijnt er een stuk 'wit' op een pagina met enkele boomstronken en zie je hoe de ontbossing aanvangt. Verderop verschijnt er hier en daar een huis op de opengekapte plaatsen. Op het einde van het boek zie je bijna geen bomen meer maar één grote stad en de dieren opgesloten in de zoo. Weg natuuur! Het woordenloze verhaal wordt spannend en licht gehouden omdat je pagina na pagina moet zoeken naar de dieren die aanvankelijk opgaan in de natuur om naar het einde toe helemaal in hun 'blootje' te verschijnen en uiteindelijk te verdwijnen achter de tralies in de zoo. Op het einde is er nog een verrassende, hoopvolle wending...Heel educatief prentenboek dat veel vertelt zonder belerend te zijn, voor kinderen vanaf vier jaar .