Klipperdeklop
Als meneer Paard vraagt wie er een ritje wil maken dan roept Poes meteen "Ik!". "Spring er maar op" zegt meneer Paard en klip-klop, klipperdeklop … samen gaan ze op pad. Onderweg nemen achtereenvolgens ook Hond, Big en Eend plaats op zijn rug. Wanneer ze vragen om sneller te gaan, gaat Paard daar enthousiast op in. De letters worden groter en ze nemen samen met de illustraties de cadans van het steeds sneller galopperende paard over. De ogen van de dieren vernauwen zich tot spleetjes, het wordt duidelijk steeds moeilijker om te blijven zitten. Wanneer ze voelen dat ze de greep op de rug van het paard dreigen te verliezen, roepen ze om te stoppen. Ook daar gaat het paard weer snel op in. Bruusk remt het af en met een grote boog vliegen Poes, Hond, Big en Eend door de lucht recht de hooiberg in. "O, grutjes! O, grutjes! O, grote, grote grutjes!" zegt meneer Paard geschrokken. Maar Poes, Hond, Big en Eend antwoorden "Nog een keer!" en enthousiast beginnen ze samen aan een nieuwe rit.
Dit boek is in 2007 bekroond met de Leespluim en gekozen als één van de tien mooiste prentenboeken van dat jaar. Dat lijkt me terecht. Dit verhaal kent een doordachte opbouw waarin spanning, climax en ontspanning mooi in elkaar overlopen. De tekst die z’n kracht vindt in de herhaling en geluidnabootsingen wordt levend gemaakt door de expressieve voorstelling van de dieren en hun beweging. De illustraties zien er schijnbaar eenvoudig uit en de witte achtergrond zorgt voor overzicht en rust. Deze stevige hardkartonnen heruitgave nodigt acht jaar later nog steeds uit om met plezier te lezen en te herlezen.