Assassin's Creed. Openbaring
Dit boek is het minst bloederige van de reeks, hoewel dat natuurlijk zeer relatief is. We maken hier kennis met de mentor van de Assassijnen rond 1500: Ezio Auditore. Ezio besluit op bedevaart te gaan naar het kasteel van Altaïr, die in de twaalfde eeuw de Assassijnen leidde. Aangekomen bij dit kasteel, merkt hij dat dit ingenomen is door de Tempeliers. Dit zorgt al meteen voor het eerste gevecht. Ezio geeft niet op en weet te ontsnappen. Hij komt erachter dat de Tempeliers graag in de bibliotheek van Altaïr zouden binnen geraken. Natuurlijk wil hij zelf ook weten welke kennis zijn grote voorbeeld heeft bewaard. De bibliotheek is echter afgesloten door een paar sleutels. Hier start dus de queeste om de verschillende sleutels als eerste te vinden. Deze zoektocht brengt Ezio tot in Constantinopel, waar hij zowel de liefde van zijn leven ontmoet als in een vete tussen de verschillende potentiële troonopvolgers belandt.
Wanneer Ezio de sleutels vindt, krijgt hij ook meer info over het leven van Altaïr. Voor hem is de zoektocht uiteindelijk de moeite waard geweest. Hij besluit zich te settelen, zijn memoires neer te pennen en een wijngaard te beginnen. Hoewel dit leven veel rustiger is, krijgt hij ook hier onverwacht bezoek.
Ondanks de vele lange zinnen in dit boek, leest dit boek het vlotste van de serie. Dit is waarschijnlijk doordat Ezio vrij lang (voor Assassin’s Creed-verhalen dan toch) op dezelfde plaats blijft en de lezer zo de kans krijgt om de omgeving te visualiseren. Hoewel ook in dit verhaal nog steeds vaak gereisd wordt, krijgen we toch sympathie voor de Assassijnse orde in Constantinopel.