Anna wil een huisdier
Anna is gek van dieren. In haar omgeving kent ze heel wat mensen die er eentje hebben. Haar vriendinnetje Marthe heeft een konijn, met lange oren en een lief snoetje. Anna mag Pruts strelen en een wortel geven. Tante Kiki heeft een kat, waarmee ze mag spelen. Oma en opa hebben een goudvis. Als Marthe haar neus tegen de viskom drukt, lijkt het wel of de vis haar kusjes komt geven. De buurvrouw heeft een kanarie, die antwoordt als Anna ertegen praat. Arthur, de buurjongen, heeft een klein hondje, dat heel hard kan rennen. Anna wil zelf ook graag een huisdier maar weet niet welk dier ze moet kiezen. Op een dag stelt mama voor om even te gaan kijken bij tante Kiki. Haar kat heeft kleintjes gekregen en Anna mag er eentje uitkiezen. Het wordt een ros kattinnetje, dat de naam Charlie krijgt. Anna zorgt er heel goed voor en papa legt haar uit hoe ze met de kat moet omgaan. Al gauw is Charlie haar liefste vriendje.
Stevig uitgegeven vierkant boek met afgeronde hoeken, dat goed hanteerbaar is voor peuters en kleuters. Op de linkerpagina staat een korte, eenvoudige tekst op een witte achtergrond. De rechterpagina wordt gevuld met de typische naïeve illustraties die zwart omlijnd zijn en met heldere kleuren werden ingevuld. De illustraties vullen de tekst aan.
Het zoveelste boekje uit de Anna-reeks. Vooral leuk voor de thema’s en zeker ook een aanvulling voor de peuterklas.