In dit voorleesprentenboek vind je twee verhaaltjes. Peuter Felix heeft een lievelingsauto. Samen met zijn grotere broer Floris speelt hij met de auto's. Felix laat de auto door de kamer rijden, maar plots botst hij met zijn hoofd tegen een stoel. Felix huilt. Mama troost hem en houdt een koelzakje tegen zijn hoofd. Floris loopt ondertussen met een inktvisknuffel op zijn hoofd. Dat lijkt ook een leuk spelletje en samen lopen ze door de woonkamer. Maar met het koelzakje lukt dat niet zo goed. Dan neemt Felix maar een kussen, een botskussen. Ze botsen met hun hoofden tegen elkaar en het doet helemaal geen pijn. In het tweede verhaal heeft Felix nieuwe pantoffels gekregen. Het zijn net hondjes. Felix loopt er mee door het huis. Maar misschien moeten zijn hondjes buiten een plasje doen?  Met zijn nieuwe pantoffels stapt hij naar buiten in de regen. De pantoffels worden helemaal nat en vies. Felix moet weer naar binnen en mag enkel nog met laarsjes naar buiten.
Dit vierkante prentenboek met afgeronde hoekjes heeft twee heel herkenbare verhaaltjes voor peuters. De stevige bladzijden kunnen probleemloos door kinderhandjes omgedraaid worden. Wat Felix en zijn broertje doen, is werkelijk uit het leven gegrepen. Maar meer dan dit hoog werkelijkheidsgehalte heeft het boek niet te bieden. De prenten lijken wel door een beginner gemaakt en de tekst is louter beschrijvend.