Wanneer je houdt van verhalen uit Het Wilde Westen in combinatie met Duizend-en-een-nacht, dan ga je hier van smullen.
De zestienjarige Amani ziet haar toekomst in Doodorp, een verlaten woestijnstad waar niemand zich aan de wet houdt, niet zo rooskleurig in. Haar moeder is overleden, haar vader is nergens te bespeuren en dus wordt ze opgevoed door haar tante en nonkel. Die menen het niet goed met haar en Amani wil zo snel als mogelijk weggeraken. Amani is een echte woestijnrat en ze kan schieten als de beste. Vermomd als jongen tracht ze door haar deelname aan een schietwedstrijd voldoende geld te verdienen zodat ze haar vluchtplan kan uitvoeren. Dit lukt niet, maar ze leert een vreemdeling kennen die ze nog meerdere keren op haar pad zal tegenkomen. Want weg moet ze, ongeacht hoe. Ze start een race door de woestijn, die vol gevaren zit. In de wereld van Amani kom je ook heel wat fantasiewezens tegen. 

Realiteit en fictie lopen door elkaar, maar vormen een mysterieuze wereld waarin je wordt meegesleurd. Woestijnwezens, djinns ... de complexe wereld wordt hier pagina per pagina verder opgebouwd. Het spanningsveld blijft aanwezig en op het einde hebben we een mooie cliffhanger die te maken heeft met Amani’s verleden en toekomst. De kaft en de tekst op de achterflap nodigen zeker uit om het boek te lezen, al raad ik het niet aan aan een ongeoefende lezer.