Poezen hebben iets aaibaars en het is leuk om hen te observeren. Dit prentenboek bevat vier verhalen over Dikkie Dik en zijn kattenvriendjes. In het eerste verhaal denkt Dikkie Dik dat de staart van een andere poes een tuinslang is. De poezen achtervolgen elkaar in de tuin en struikelen over de echte tuinslang. Gevolg: allebei nat gesproeid. Ook de volgende verhalen gaan over heel eenvoudige belevenissen, typisch voor de zomer, die een peuter goed kan volgen: aan zee, verdwaald, hete terrastegels onder Dikkie Diks pootjes.
Alleen jammer dat de avontuurtjes wat gewoontjes overkomen. Ze missen de humor en het verrassingseffect van vroegere uitgaven. De vertelstijl is redelijk uitvoerig en boeit weinig. De illustraties werden mooi opgebouwd, maar de poezen zijn zo vlak getekend dat ze dimensie en levendigheid missen.