Jan en Joris zijn twee broers die besluiten om de wijde wereld in te trekken om het geluk te vinden. Ze gaan apart op weg omdat ze ruzie hebben. Onderweg naar het geluk komen ze allerlei hindernissen tegen die opgelost moeten worden. De ene keer kan het een zoekopdracht zijn, de andere keer is het een doolhof of zijn het prenten waar je een aantal verschillen moet zoeken. Omdat ze op hun weg veel dieren in nood geholpen hebben, besluiten de dieren op het einde de broers te helpen om hun huis tot een echte gelukkige thuis om te bouwen.

Het mooie en symbolische begin vat het hele boek samen: een sleutel en een slot. Elke bladzijde weer moet je de sleutel, de oplossing vinden. De opdrachten zijn niet gemakkelijk, je doet er eventjes over om ze tot een goed einde te brengen, en zijn niet bestemd voor echt jonge kinderen. Je hebt een portie geduld nodig en gelukkig kun je altijd naar de oplossingen gaan kijken op het einde van het boek. Het verhaal is ondergeschikt aan de opdrachten die je moet doen. Het is niet altijd gemakkelijk te volgen, zeker niet omdat je steeds onderbroken wordt door een zoekopdracht. Je hebt doorheen het boek verwijzingen naar oplossingen op andere bladzijden om de taak te kunnen vervolledigen. De tekst is zeer kort en in rijmvorm. Het is meer een cryptische omschrijving van wat je op die bladzijde moet doen. In kleinere druk wordt de opdracht ook nog wel eens kort en duidelijk vermeld. Het boek is tot stand gekomen dankzij subsidies van het Poolse vertalingsprogramma. Je merkt aan alles dat dit geen boek is van bij ons: de contrasterende kleuren die gebruikt zijn, de patronen in kleding en huizen en ook de manier waarop de tekst wordt weergegeven is wennen.