Het Oog van de Dageraad
Een spannend avonturenverhaal met een vleugje fantasy spreekt veel jonge adolescenten aan. Als vertaalster van populaire reeksen als ‘Twilight’ en ‘De Hongerspelen’ is Maria Postema ongetwijfeld goed vertrouwd met dit literaire genre. Ook haar eigen boeken vallen onder deze noemer. Haar tweede boek met Maarten Bruns brengt ons naar de wereld van de voodoocultus. Elf Nederlandse jongeren met een strafblad kunnen tijdens een zeiltocht naar de Caraïbische Zee ‘de beste versie van zichzelf’ worden. Het loopt echter helemaal anders. Eén van hen is Elvis, het hoofdpersonage van wie we gaandeweg te weten komen wat hij op zijn kerfstok heeft. Fraai is het niet. Ook op het schip werkt hij zich flink in nesten. Tussen hem en de arrogante Maurits, de zoon van een invloedrijke onderwereldadvocaat, ontstaat een hardnekkige vete die ook Elvis' broer aan land rechtstreeks treft. En om zijn zieke vriendin Lisanne te helpen, steelt hij tijdens een tocht in de jungle het magische oog van Egouma, de god die over ziekte en gezondheid beslist. Zijn actie brengt hem en de groep in grote problemen; onheil en rampspoed volgen elkaar in sneltempo op. Is dit de wraak van Egouma? Nee, dat gelooft Elvis niet, voodoo is gewoon bijgeloof - baat het niet, dan schaadt het niet. Of toch?
Een reis naar een onbekende en occulte wereld, de exotische Caraïben, mysterieuze voodoorituelen, ... dat klinkt veelbelovend. Toch begeestert 'Het Oog van de Dageraad' niet helemaal. Postema en Bruns hebben zeker potentieel om een aardig en onderhoudend verhaal te brengen. Het begin is sterk en enkele taferelen zoals het boeteritueel worden levendig en attractief beschreven. Maar verteltechnisch valt wel wat op te merken. De psychologische uitdieping van de personages is duidelijk bijkomstig. Ook Elvis’ gepieker en twijfels blijven eerder oppervlakkig. Enkele personages neigen zelfs naar het cliché, denk aan de bulderende kapitein met de papegaai op de schouder. De auteurs hebben vooreerst op actie ingezet, met een aaneenschakeling van gebeurtenissen aan een hoog tempo. Met drie verhaallijnen - er is ook nog een ontluikende liefde - is er wel veel aan de hand, maar echt spannend, opwindend of verrassend wordt het zelden. De ontwikkeling en finale ontknoping van de nochtans ernstige perikelen van Elvis worden immers op een simpele en vlakke manier uitgewerkt. De ontmaskering van Maurits bijvoorbeeld gaat wel héél gemakkelijk, op het ongeloofwaardige af zelfs. ‘Het Oog van de Dageraad' is een vlot geschreven boek dat zeker zijn lezers zal hebben. Maar het is onvoldoende verfrissend en inventief om in dit genre tot een blijver uit te groeien.