Zij, ik en de sterren
Vito is twaalf. Hij is klaar om naar de brugklas te gaan. Omwille van z'n interesse voor wetenschappen komt hij in een andere klas terecht dan z'n vriend Gijs, die sport kiest. Dat voelt onwennig. Bovendien krijgt hij thuis het onverwachte nieuws te horen dat hij grote broer wordt. Mama en papa zijn laaiend enthousiast, maar Vito is boos. Hij wil helemaal geen broer of zus. Hij durft het zelfs niet op school tegen z'n klasgenoten te vertellen. In z'n klas heeft hij weinig vrienden. Enkel met Clemens schiet hij op. Terry is een pestkop die alles doet wat niet mag en die heel arrogant is tegen de klastitularis meneer Wouters. En Gijs lijkt hij stilaan te verliezen als vriend. Dan wordt z'n zusje geboren, Kira. Vito is stapelgek op haar. Alleen vertelt hij niks over haar in de klas. Hij vreest dat ze hem zullen uitlachen. Wanneer Kira 's nachts weent en z'n ouders oververmoeid niks horen, neemt hij haar in z'n bed en vertelt haar over z'n passie "de sterren". Maar dan gebeurt er iets vreselijks. Vito's wereld stort in.
Dit boek kent twee verhaallijnen die makkelijk te volgen zijn. Het pesten op school en daarnaast de thuissituatie. Het zijn twee totaal andere leefwerelden. Op school wordt Vito gechanteerd, bedrogen. Hij voelt zich eenzaam en verlaten door z'n vriend Gijs. Er gebeuren dingen die Vito helemaal niet wil, maar hij heeft de moed niet om zich er tegen te verzetten. Deze verhaallijn staat in schril contrast met wat Vito thuis meemaakt. Daardoor wordt er naar mijn persoonlijk aanvoelen te weinig aandacht besteed aan de gevoelens die dat alles te weeg brengt. Ik mis diepgang. Het is geschreven in de ik-persoon, vanuit het standpunt van Vito. De stijl is heel eenvoudig met veel dialogen en leest vlot.
De titel is goed gekozen en past ook bij de leefwereld van Vito. Hij is een wetenschapsjongen die veel interesse heeft in de sterren en de ruimte. Vito leert Jessy kennen. Zij verloor onlangs haar opa en komt net zoals Vito regelmatig naar het kerkhof om tot rust te komen. Ze is een lichtje aan het eind van de tunnel. Bij haar kan hij terecht met z'n verdriet. Het thema rouw en verlies komt niet zo veel voor bij kinderboeken. Er is verdriet, woede, angst, eenzaamheid ... Dit boek opent de weg naar een gesprek. Het verwerken van de dood gebeurt bij iedereen immers verschillend.