Markies
Katrien kan als geen ander een avontuur spannend brengen en het verhaal kadreren in historisch perspectief. Ze schrijft zo levensecht dat je als lezer mee stapt in de Gentse steegjes; je proeft, ruikt en voelt de armoede in deze volkse wijk. Hier en daar borrelt een gezapig taaltje op en ben je mee in het avontuur opgenomen. Het is bijzonder hoe de schrijfster in haar boeken telkens een stukje geschiedenis meegeeft.
Remi redt een hondje uit de riool, hij meldt zich aan als nachtwaker zodat hij voor zijn hond Markies kan zorgen. Doch Markies wordt meegenomen door de Duitsers, ze beulen de hond af, hij moet in de loopgraven op ratten jagen, een zware kar met eten voort trekken ... Je krijgt door de ogen van de hond een aparte indruk hoe zwaar het leven aan het front is. Het biedt een originele invalshoek over de strijd aan het front en hoe deze slimme herdershond de gevaren trotseert. Hoe de hond fysiek tot het uiterste gaat, hopend zijn baasje terug te zien. Ondertussen volgen we ook Remi die op zoek gaat naar Markies.
De schrijfster brengt twee scenario's waarin de lezer een levensecht beeld krijgt hoe het in de loopgraven bij de Yzer eraan toegaat.