Mijn pen heeft zin
Kaat schrijft eenlettergrepige brieven aan de Sint, aan de onbekende papa, aan God, aan en vooral over juf Saar, aan haar lesbische mama. In rammelende rijmen worden zoveel mogelijk problemen opgerakeld. Stereotiep is vooral Juf Saar, die altijd negatief beschreven wordt. Er staat ook een lesje in voor leerkrachten: ‘Lees meer voor!’ Maar welke leerkracht zal dit boek willen gebruiken waarin zinnen staan als: ’Poep maar op het haar van de juf’ (p. 20) of ‘Ze legt niets goed uit. Ze geeft niet goed les’ (p. 24) Dit boekje bewijst nogmaals dat je met een laag AVI een hoop ‘wereld’problemen kunt beschrijven en vooral dat je boven de hoofden van de kinderen kan schrijven.