1812. Napoleon trekt door Rusland. In zijn leger bevindt zich ritmeester Rutger van Coudenberghe. Hij is de oudste zoon van de graaf die kasteel Hooghend in Brabant bewoont. Bij een aanval van de kozakken raakt Rutger gewond. Hij wordt verpleegd in het huis van de notaris van Minsk en verblijft er wekenlang. Dochter Elena, aanvankelijk vijandig tegenover Rutger, voelt meer en meer sympathie voor de graaf. Wanneer haar vader sterft en een schuldenberg nalaat, verlaat Elena haar land. Ze volgt Rutger naar het verre Vlaanderen. Op kasteel Hooghend wordt de Russische niet hartelijk verwelkomd. Ze ontmoet er Rafaël, de jongere broer van Rutger. Het wordt liefde op het eerste gezicht. In Waterloo staan de twee broers tegenover elkaar. Rutger sterft. Rafaël overleeft maar is gewond. Rafaël en Elena ontvluchten het kasteel. Ze reizen naar Venetië. Wanneer Rafaël erg verzwakt, keert het koppel terug naar Hooghend. Daar sterft de jonge graaf. Elena volgt hem in de dood. De geliefden zullen samen worden begraven. Een historisch verhaal overgoten met een romantisch sausje. Zoals in ‘Voorbij de regenboog’ vertrekt de auteur ook hier van een inscriptie op een grafsteen en fantaseert er dan op los. Een meeslepend boek, soms in een gezwollen stijl: vb. op p. 59 ‘Zijn hart roffelde als de hoefslagen van een rennend paard’ en ‘Ze zoog de lucht uit zijn longen en liet daar alleen leegte achter.’ Een anachronisme op p. 25: Elena speelt niet ‘Elvira Madigan’ (film van Bo Widerberg uit 1967), maar het pianoconcerto nr. 21 van Mozart (te horen in die Zweedse film). Kitscherige kaft.